“I believe that one can hardly refuse you anything. You have that special way to ask. It is as if your life depended on it. ”
‘De man die van vrouwen hield’ is de letterlijke vertaling
van Truffaut’s komische ‘ode’ aan de vrouw met een kritische blik op de ‘vrije
liefde’. Het verhaal gaat over Bertrand Morane (Charles Denner) die zichzelf met recht een rokkenjager noemt.
In de openingsscene zien we de begrafenis waar iedere man
stiekem van droomt. Eén waar enkel vrouwen achter de kist lopen. Vanaf dit punt
zien we in een flashback de ‘dode’ vertellen hoe al die vrouwen in zijn leven
terecht zijn gekomen. Het is vrij simpel: Bertrand is door vrijwel iedere vrouw
die hij niet kent gefascineerd en heeft met name een zwak voor mooie benen. Er
zijn voor hem wat dit betreft weinig belemmeringen om zijn doel niet te
bereiken. Helaas voor Bertrand, loopt hij na zijn zoveelste avontuurtje een
geslachtsziekte op. De dokter adviseert hem contact op te nemen met alle
vrouwen waarmee hij in de laatste twee weken de liefde bedreef. Aangezien hij
van de laatste 6 geen namen weet, komt hij tot het inzicht dat hij wel erg
onpersoonlijk te werk gaat.
Bertrand besluit zijn ervaringen met de rest van de wereld
te delen door een boek te schrijven. Als hij zijn manuscript wil laten
overtypen, weigert de vrouwelijke typiste omdat de inhoud volgens haar te
schokkend is. Uiteindelijk komt het manuscript toch bij een aantal
uitgeverijen terecht. Door de meesten wordt het manuscript retour afzender gestuurd,
maar bij eentje is er een vrouwelijke(uiteraard!) redactrice, Geneviève,
die wel wat ziet in een boek over de avonturen van een rokkenjager. Uiteindelijk
wordt Bertrand verliefd op zijn redactrice, en de liefde wordt hem op grappige en tevens gepaste wijze fataal.
François Truffaut is voornamelijk bekend van zijn werk in de
jaren ’60 dat onder de Franse ‘nouvelle vague’ geschaard mag worden. Een
tijdperk dat gekenmerkt werd door de typisch filmstijl met veel ‘jump-cuts’ en
daardoor discontinuiteit. Verder werden er veel andere conventionele ‘filmregels’
doorbroken en werd er veelal met handcamera gefilmd. In ‘L’homme qui aimait les
femmes’ is hier weinig van terug te zien. Het camerawerk is veelal erg ‘netjes’
maar desalniettemin wel vakwerk. Toch lijkt de ‘keurige’ manier van filmmaken
minder interessant te zijn. Het is typisch dat een regisseur's kwaliteiten zo duidelijk zichtbaar worden als ze een keer ontbreken.
Het lijkt ironisch dat juist Truffaut een film maakt die
zowel qua filmstijl als verhaal de ‘typische’ Frans film uit de jaren ’60 bekritiseerd.
Zijn film is niet echt een aanklacht maar meer een ridiculisatie van de ‘vrije
liefde’ die veelal centraal staat in de Franse film, zo’n 15 jaar eerder. Ook
is de keuze van Charles Denner als versierder een opmerkelijke. Hij is in zowel uiterlijk als gedrag niet
bepaald een casanova te noemen. Veel meer zien we een man die leeft voor
vrouwen, ze nodig lijkt te hebben om te overleven. Dat ze hem uiteindelijk
noodlottig worden is wederom zoete ironie.
‘L’homme qui aimait les femmes’ behoort zeker niet tot
Truffaut’s beste (kijk bijv. Les quatre cents
coups of Jules et Jim). Toch
zorgt Truffaut voor een film die het meeste van de tijd erg vermakelijk is en
mogelijk een inspiratiebron voor menig man kan vormen.
7/10