Het heeft 15 jaar geduurd voordat Francis Ford Coppola zijn
Godfather trilogie wist af te sluiten. Dit grote tijdsgat zal mogelijk de reden
zijn geweest waarom het laatste deel niet aan zijn twee voorgangers weet te
tippen. Ondanks een aantal zwakheden is het toch geen onwaardige afsluiting van
Mario Puzo ‘s legendarische verhaal over de (fictieve) Corleone familie.
We zijn het jaar 1979. Michael Corleone (Al Pacino) is inmiddels bijna 60, gescheiden
van Kay en zijn kinderen zijn volwassen. Hij heeft last van zijn geweten en wil
zijn reputatie herstellen, zo heeft hij bijvoorbeeld al zijn casino’s verkocht en
een Corleone Foundation opgericht. Michael heeft geweld afgezworen, ook omdat
hij graag met het Vaticaan wil handelen. Als zijn ‘bastaard’ neefje Vincent (Andy Garcia), die in onmin met de
regerende maffia leeft, zich in zijn familie mengt, blijkt dat ondanks Michael
zijn goede bedoelingen de familie Corleone nog genoeg vijanden heeft.
De derde Godfather film heeft duidelijk een andere toon dan
de twee sublieme voorgangers. De film kent nog steeds veel sterke dialoog, maar
is een stuk langzamer en levert daarom aan spanning in. De kracht van de eerste
twee films was het enorme vermogen om een (lang) verhaal boeiend te vertellen.
Het feit dat je als kijker zo betrokken bent met de Corleone familie lijkt de
derde film deels te redden, aangezien de huidige familieverhoudingen hier
uiteraard uit voortkomen. Qua aankleding is de derde film van hetzelfde niveau als
zijn voorgangers. De verheerlijking van geweld en andere maffiapraktijken is wel minder aan de orde.
Coppola heeft voor deze afsluiter nog een extra familielid (zijn
vader Carmine bijv. deed voor alle films de muziek) bij de film betrokken, zijn
dochter Sofia. Zij speelt Michael Corleone’s dochter Mary, die verliefd wordt
op haar neef(!) Vincent. De keuze van Coppola om zijn dochter een vrij grote
rol te laten acteren is niet de gelukkigste gebleken. Als actrice (later een
uitstekend regiseusse) heeft Sofia niet het gewenste talent, zo kreeg zij 2 ‘Razzie
Awards’ voor deze film en weet helaas sommige scenes naar een lager niveau te
brengen. Positieve elementen zijn Andy Garcia en Eli Wallach (misschien beter
bekend als The Ugly) en toch een solide, maar bij vlagen matte, Al Pacino. Opmerkelijk is dat het ontbreken van bijvoorbeeld Tom Hagen een gemis is, volgens het verhaal is hij overleden, maar feit was dat Robert Duvall teveel geld voor de rol vroeg.
Qua regie laat Coppola ook een aantal steekjes vallen.
Sommige motivaties zijn voor de kijker minder duidelijk (bijvoorbeeld rondom de
hele zaak met het Vaticaan) en maakt dat de spanning, die in de eerste twee
delen bijna de gehele zes uur voelbaar was, duidelijk minder vat op de kijker
krijgt. Het slot van de film kent gelukkig enkele sterk geregisseerde momenten,
maar overall doet de film het dus minder
dan de eerste twee delen. Toch heb ik in geen van de 160 minuten op de klok gekeken,
maar dit komt vooral omdat je inmiddels als kijker onderdeel van de Corleone
familie geworden bent en nog deels op de piek van deel 2 (naar mijn smaak de
beste van de drie) langzaam naar beneden glijdt. Dit maakt dat de slotscene (dat
Michael doodgaat mag geen verrassing heten als de alternatieve titel ‘The Death
of Michael Corleone’ luidt) niet de impact heeft die een Coppola in de jaren
zeventig misschien wel tot stand had kunnen brengen.
Al met al is ‘The Godfather Part III’ dus niet het
meesterwerk zoals de eerste twee dat waren (volgens velen de beste films ooit,
wat naar mijn smaak een tikkeltje overdreven is) maar wordt de film gered door
een ‘valse start’ gegeven door zijn eigen geschiedenis. Tel daarbij op een
aantal sterk geregisseerde scenes en veel boeiende dialoog en de trilogie wordt
redelijk stijlvol afgesloten.
"Just when I thought I was out...they pull me back in"
7/10
No comments:
Post a Comment